Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 1 
Next page End  

LET OP: Deze les kan vrij moeilijk zijn voor kinderen uit groep 5.
Ik ga met de kinderen op onderzoek uit. Het gaat om verschillende mensen, die vanuit verschillende
standpunten naar "een voorwerp" uit de omgeving kijken.
Doelstellingen:
De kinderen worden zich bewust van de invloed van standpunten.
 
Praktische voorbereiding:
In deze eerste les, ga ik de kinderen allerlei vragen stellen, om achter hun standpunt te komen.
Voorop staat hierbij, dat alle meningen goed zijn, niets is fout. Er wordt dus niet geoordeeld om een
mening.
Leerinhouden
Ik laat de kinderen bewust worden van verschillende standpunten.
Leermiddelen
Kaartjes met rollen erop
Organisatie
Klassikale les 
Tijdsduur
30 minuten
Lesonderdelen
In deze les ga ik met de kinderen een rollenspel doen. De kinderen krijgen van mij allemaal een
bepaald persoon, die zij moeten "vertegenwoordigen". Natuurlijk kan niet iedereen een eigen rol
krijgen, dan duurt het namelijk met 31 kinderen, wel erg lang.
Ik deel groepjes in. Elk groepje krijgt een eigen rol. Uit het groepje wordt één vertegenwoordiger
gekozen, die namens de groep mee doet aan de discussie. 
De groepjes krijgen allemaal een kaartje, waarop staat wie ze zijn en hoe ze tegenover de drempels
staan. 
Eerst mogen de groepjes overleggen, over hun standpunten, daarna begint de eigenlijke discussie. 
De opbouw van de les is als volgt:
1. groepsindeling per belangengroep en een rollenkaart
2. groepsoverleg
3. vergaderen
a) De groepsleden krijgen allemaal één minuut de tijd om duidelijk te maken, wat ze willen vertellen.
b) Vrije discussie, waarin ik als leerkracht indien nodig de leerlingen stimuleer in hun standpunten.
c) Overleg met de groep. De vertegenwoordigers van de groepen, worden vervangen en binnen de
groepen, vindt overleg plaats of de standpunten misschien bijgeschroefd moeten worden.
d) Vrije discussie waarin gezocht wordt naar een oplossing voor het probleem.
e) Door de voorzitter (ik dus) wordt een besluit genomen, waarbij iedereen zich verplicht neer moet
leggen.
f) De discussieleden mogen één minuut vertellen wat zij ervan vinden.
g) Ik, in de rol van leerkracht, maak aan de leerlingen duidelijk dat de rol die zij gespeeld hebben
alleen in de klas gespeeld wordt en dat het duidelijk een rol is. Het is dus niet de bedoeling om na
afloop op het schoolplein nog verder te razen en elkaar bij wijze van spreken de hersens in te slaan.
Deze evaluatie gebeurt op emotionele gronden en inhoudelijke gronden.