Navigation bar
  Print document Start Previous page
 1 of 1 
Next page End  

Wat heb je nodig?
Verhaaltje
Liedje uit 'Hoy een lied'
Zoem zoem zoem de bij zit op de bloem,
Ze wil wat honing vragen om naar de korf te dragen
Liedje staat op bladzijde 41 van "Hoy een lied"- Thea en Nico Zaat
Vingerpopje  
 
 
 
Inleiding 
Vertel eerst het volgende verhaaltje:
Zoem de bij wordt wakker met enorme honger. Hij ruikt honing en gaat zoemend op pad.
Over de boom, door de snelwegsteeg, over de vier hegjes, door de lange pijp langs de weg
(stilte) en over de hoge flat.
-Laat de route die Zoem volgt zien met platen (of tekeningen op het bord) en horen op
"bzzzzz". (Geen "mmmmm", want hierdoor forceren de kinderen hun stembanden). Zing het
lied als Zoem bij de bloemen is aangekomen. Als Zoem zich heeft volgegeten gaat ie terug
om z'n vriendjes te halen.  
 
 
 
Kern 
Beweging (stimuleert periodegevoel)
Hiervoor heb je een bij nodig, bijvoorbeeld een vingerpopje of een bij van wol of papier.
Het is ook mogelijk om een bij "uit te beelden" met 2 vingers, teken er eventueel oogjes op.
De kinderen zitten in de kring, en zingen het lied. Ondertussen "zoemt" een kind met de bij
door de kring, als het liedje is afgelopen moet het kind weer op zijn stoel zitten.
Hoog en laag:
De kinderen maken het "bzzzzz"- geluid. De leerkracht heeft de bij in de hand. Als de bij
omhoog "vliegt", zoemen de kinderen ook hoger, als de bij weer omlaag vliegt, zoemen de
kinderen ook lager.
Als de kinderen dit principe goed door hebben, kan een van hen eens "leiden".
Deze les is gemaakt door:
Astrid Jager