 |
 |
 |
 |
|
 |
 |
Maat en Ritme
Wat heb je nodig?
Niet zo heel veel, je hebt een instrument nodig waar je goed ritme mee kunt aangeven. Een
trom, tam tam of je handen bijvoorbeeld.
dus:
een instrument
Muziek die ook duidelijk ritme aangeeft, blijf wel meeklappen.
Volgorde van leervoorstellen
Eigen 'invulling' naar aanleiding van het geslagen huppelritme.
Huppelen op het ritme, totdat je niets meer hoort, dan moet je zo snel mogelijk stil staan.
In tweetallen achter elkaar aan huppelen, voorste bepaald de route en snelheid. Ongeveer 1
meter ruimte.
Idem twee nu naast elkaar.
Voor (gevorderden) de oudste leerlingen:
Net zoals 3, maar als de muziek stopt beide stoppen, gaat de muziek weer verder gaat er
een door, stopt de muziek weer stil staan. Gaat de muziek weer, gaat de ander door, bij de
volgende inzet van de muziek weer samen.
Richting en ruimte gebruik
Individueel een route kiezen tussen gereedstaande materialen.
in een open ruimte kun je gewoon heen en weer, of kris kras.
Tips voor de leerkracht
Geef een duidelijk huppelritme aan. Altijd aanpassen aan het tempo huppelen van de
kinderen.
De leervoorstellen worden mondeling mededelend en vragend overgebracht.
Bij de muziekbron mondeling meetellen of klappen het ritme mee aan blijven geven.